Het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding (ACOI) heeft twee bemiddelingen afgerond waarbij het ministerie van Financiën betrokken was. In beide bemiddelingen kwam het beeld naar voren dat het ministerie te veel vasthoudt aan de eigen werkwijze en te weinig oog heeft voor de belangen van de verzoeker.

Een bemiddeling met een journalist van EenVandaag is afgerond. Daarnaast is de bemiddeling met een wetenschapper van de Universiteit Leiden niet geslaagd, waarna het Adviescollege een advies heeft uitgebracht

Advies na niet geslaagde bemiddeling wetenschapper Universiteit Leiden

In de bemiddeling tussen een wetenschapper van de Universiteit Leiden en het ministerie van Financiën is na een langdurig bemiddelingstraject onvoldoende overeenstemming bereikt. Daarom heeft het Adviescollege een advies uitgebracht. De wetenschap is, evenals openbaarheid, een groot goed en essentieel voor een goed functionerende rechtsstaat. Wetenschappelijk onderzoek vergt dan ook een zo onbelemmerd mogelijke toegang tot publieke informatie. Hiervoor is een constructieve samenwerking tussen wetenschappers en overheidsorganisaties noodzakelijk. Dit is in de relatie tussen de wetenschapper en het ministerie nooit van de grond gekomen. 

Het Adviescollege geeft het ministerie vier adviezen naar aanleiding van deze bemiddeling:

  1. Verbeter het contact met de wetenschapper en verbeter in bredere zin de mogelijkheden tot samenwerking met de wetenschap voor de toegang tot informatie.
  2. Handel de bezwaarschriften van de wetenschapper op korte termijn af en zorg daarbij voor een deugdelijke integrale heroverweging.
  3. Verbeter het zoekproces bij de behandeling van de Woo-verzoeken en Woo-bezwaarschriften en betrek de verzoeker bij het zoekproces.
  4. Geef mandaat en vertrouwen aan Woo-behandelaars en perk de interne afstemming en parafenlijn in tot het strikt noodzakelijke.

 Lees hier het advies

Bemiddeling met journalist EenVandaag

In de andere bemiddeling tussen een journalist van EenVandaag en het ministerie van Financiën waren uiteindelijk 532 dagen nodig om te kunnen beslissen op het openbaar maken van een beperkt aantal documenten. Dit terwijl de wettelijke termijn maximaal 28 dagen is, met verlenging naar in totaal 42 dagen.

Het grootste obstakel daarbij: voorafgaand aan het openbaar maken van informatie vindt er uitzonderlijk veel en tijdrovende afstemming plaats. Zelfs als het besluit gereed is, dienen verschillende directies tot aan de minister, hun formele goedkeuring aan het besluit te geven via de zogenoemde ‘parafenlijn’. Dit moet anders vindt het ACOI.

Voor een goede besluitvorming en om de termijnen uit de Woo te kunnen halen, is niet alleen meer vertrouwen in de beoordeling van de Woo-behandelaars noodzakelijk, maar ook voldoende mandaat voor het nemen van het besluit. 

Lees hier de eindbrief