Het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding (ACOI) adviseert minister Bruins (OCW) om een digitale studiezaal in te richten, die nabestaanden en onderzoekers ruimer en laagdrempeliger toegang biedt tot het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR). Op die manier kun je de privacy van nog levende personen beschermen en de digitale mogelijkheden van dit belangrijke archief ten volle benutten. Het nieuwe wetsvoorstel van minister Bruins biedt hiervoor geen oplossing. Het kent nog te veel onduidelijkheden en gaat tot onwenselijke vertragingen leiden. ACOI adviseert daarom de nieuwe ingewikkelde procedure uit het wetsvoorstel te schrappen en aan te sluiten bij de bestaande systematiek.
De minister heeft het ACOI op 31 maart 2025 gevraagd om advies te geven over een wetsvoorstel tot wijziging van de Archiefwet. Het doel van dit wetsvoorstel is om online toegang tot het CABR te realiseren. Ook de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed en het Nationaal Archief (NA) zijn gevraagd een advies uit te brengen.
Aanleiding van het wetsvoorstel is een waarschuwing van de AP over plannen van het NA om gedigitaliseerde dossiers van het CABR vanaf 2 januari 2025 online te zetten. Deze plannen houden in dat iedere internetgebruiker dit archief over collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog onbeperkt kan doorzoeken. Volgens de AP is dit in strijd met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), omdat het plan onnodig grote privacyrisico’s met zich meebrengt voor mensen die in het archief voorkomen en nog leven.
Digitale toegang met oog voor bescherming van de privacy
Het Adviescollege is pleitbezorger van openbaarheid, en vindt het ook belangrijk dat het grootste oorlogsarchief van Nederland digitaal toegankelijk wordt.
Het wetsvoorstel van minister Bruins biedt daar geen oplossing voor. Het wetsvoorstel roept namelijk een onnodig ingewikkelde procedure in het leven, waarbij de onzekerheid aanhoudt en een definitieve uitkomst nog lang op zich laat wachten.
Investeer in een digitale studiezaal
De oplossing voor het vraagstuk ligt in een digitale studiezaal. Daar moet de minister zijn energie in steken. In een beschermde omgeving als een digitale studiezaal kunnen mensen laagdrempelig en ruim toegang krijgen tot het oorlogsarchief, zonder dat de privacy van in het archief voorkomende levende mensen onnodig geschaad wordt. Toegang wordt dan namelijk verleend onder voorwaarden en op aanvraag. Het huidige inzagebeleid in de papieren dossiers van het CABR kan hiervoor als leidraad dienen. Dit betekent dat de algemene rijksarchivaris per verzoek een inzagebesluit neemt en de verzoeker vertrouwelijk met persoonsgegevens om moet gaan. Dat sluit aan bij de bestaande systematiek van de Archiefwet. Wel moet de minister in het wetsvoorstel zeker stellen dat een brede groep mensen via de digitale studiezaal onderzoek kan doen in het CABR.
Het belang van privacygevoelige (digitale) archieven
Het is uiteindelijk aan de minister om invulling te geven aan de exacte inrichting van de digitale studiezaal. Het ACOI benadrukt dat een dergelijke digitale studiezaal ook geschikt is voor andere privacygevoelige (digitale) archieven. Mensen moeten historisch onderzoek kunnen doen, niet alleen op de fysieke studiezaal, maar ook online en gebruikmakend van de full-text doorzoekbaarheid van de gedigitaliseerde dossiers. Tegelijkertijd moet met het inzagebeleid de privacy beschermd worden van nog levende mensen die in de dossiers voorkomen.